Als u een hond buiten ziet, of deze nu wordt vergezeld door de eigenaar of niet, moet u voorzichtig zijn om hem te benaderen. Door je op de juiste manier te gedragen, zou je aanpak goed moeten gaan.
Al de honden reageer niet op dezelfde manier op een persoon die probeert strelen. Sommige komen opdagen vriendelijk en zelfverzekerd, terwijl anderen veel meer zijn gereserveerd, ook al agressief. Het is daarom noodzakelijk om te weten welke goede instelling nemen om een onnodige confrontatie te vermijden.
Hier zijn enkele tips verspreid over 3 hoofdgebieden …
1/3: Benader de hond en blijf voorzichtig
1. Vraag eerst aan zijn baasje of je hem mag aaien. Wees voorzichtig, zelfs als de hond vriendelijk lijkt. Geconfronteerd met een persoon die hij niet kent, kan zijn reactie onvoorspelbaar zijn. Als de eigenaar je een naderingstip geeft, volg deze dan. Hij kent zijn hond als geen ander. Vraag hem waar hij het liefst geaaid wordt.
2. Als het een zwerfhond is, zonder baasje, wees dan extra waakzaam. Als je te maken hebt met een hond die is vastgebonden of op een krappe plek is achtergelaten, is de kans groot dat hij bijt en zich gevangen voelt. Als hij agressief is in je benadering, dring er dan niet op aan en ga je gang.
3. Als hij er agressief of gestoord uitziet door je aanwezigheid, loop dan weg. Als hij gaat schelden, blaffen, verstijven of aan zijn lippen likt, ben je niet welkom. Dring niet aan.
4. Buig neer om hem aan te moedigen naar je toe te komen. Leun vooral niet over hem heen, omdat dit door de hond als agressie kan worden geïnterpreteerd. Buig niet voor een onbeheerde hond of agressief gedrag.
5. Als de hond verlegen lijkt, neem dan een ongevaarlijke houding aan. Vermijd hem recht in de ogen te kijken. Als hij bij zijn meester is, vraag hem dan naar zijn naam en noem hem daarmee om hem vertrouwen te geven.
6. Presenteer je vuist aan hem. Als hij eraan ruikt, houd je vuist dan zo lang als hij het kan ruiken dicht bij zijn neus. Open vooral uw hand niet om te voorkomen dat deze in uw vingers bijt.
7. Let er goed op!. Als hij zelfvertrouwen lijkt te krijgen, ontspannen is, je in de ogen kijkt en met zijn staart kwispelt, is dat een goed teken. Als hij probeert weg te gaan, stop dan met hem te aaien.
2/3: Een hond aaien die je voor het eerst ontmoet
1. Aai de hond rond de oren. Als hij vriendelijk blijft, aai dan zachtjes over de basis van de oren, beweeg naar de zijkant van het hoofd en boven de ogen.
2. Probeer andere plaatsen. Als hij je liefkozingen accepteert, ga dan verder met andere gebieden: de bovenrug, aan weerszijden van de wervelkolom, het hoofd… Vermijd het kruis en de achterbenen.
3. Stop onmiddellijk als hij slecht reageert. Sommige honden houden er niet van als hun hoofd of achterpoten worden aangeraakt. Stop onmiddellijk als hij gromt, zijn staart laat zakken of een plotselinge beweging maakt. Wacht tot hij kalmeert en kom terug en ga naar een andere locatie.
4. Gebruik alleen zachte, langzame gebaren. Vooral niet bij plotselinge bewegingen: niet te hard krabben en niet op de zijkant tikken.
3/3: Een hond aaien die al gewend is aan je aanwezigheid
1. Identificeer de knuffels die hij het liefste heeft. De gebieden waar hij graag geaaid wordt: de buik, de poten …
2. Om te weten over liefkozingen op de buik: een hond die op zijn rug ligt, hoeft dat niet per se te doen om knuffels te krijgen. Het kan een teken van onderwerping of verzoening zijn. Aai hem niet op zijn buik als hij nerveus of angstig lijkt.
3. Laat uw kinderen zien hoe ze het moeten aaien en leer ze het te respecteren. Kinderen kunnen onhandig zijn tegenover honden, die dan snel reageren. Leer uw kinderen om het zachtjes te aaien, zonder het te verbazen. Leg hen uit dat er nooit aan de staart mag worden getrokken en dat ze het moeten respecteren.
4. Masseer het. Voer af en toe een massagesessie van tien minuten uit voor uw hond. Streel het lang in cirkels op het gezicht, de kin en de borst. Beweeg geleidelijk naar nek, schouders, rug, staart en benen.
5. Laat hem van jongs af aan wennen aan het masseren van de poten. Dit zal hem tegelijkertijd goed doen, omdat het later gemakkelijker zal zijn om zijn poten te hanteren, wanneer u zijn klauwen moet onderhouden of als de dierenarts zijn ledematen moet aanraken.
6. Masseer de puppy rond de snuit. Laat hem er al op jonge leeftijd aan wennen om rond de snuit geaaid te worden. Dit type massage kan haar helpen om beter om te gaan met tandgroei en het voor jou gemakkelijker maken om haar tanden later te onderhouden.